woensdag 6 april 2011

Kindertheologie - eerste achteraf-gedachte

Hoewel morgen nog een hele studiedag volgt, hier alvast een eerste achteraf-gedachte. Misschien wat meer als een 'reminder-to-self' om verder over na te denken. Maar misschien ook bruikbaar voor anderen.

Zoals dr. Sturla Sagberg in zijn presentatie min of meer vertelde is de situatie in heel Europa min of meer hetzelfde: kinderen kunnen niet alles wat ze zouden moeten kunnen om het religieuze taalspel binnen te treden. In het ene land omdat dat land pas recent openlijk christelijk kon worden. In het andere land omdat het eigenlijk totaal niet meer christelijk is.

Dat betekent dat kinderen in heel Europa vooral het niet-religieuze taalspel beheersen. De uitdaging is overal om kinderen, ouders, leraren, catecheten en iedereen die met kinderen werkt toe te rusten om dat religieuze taalspel weer te gaan beheersen.

Dat stelt eisen aan alles wat een rol speelt bij het theologiseren met kinderen: de (catechese)juf of -meester, de ruimte van de catechese, het verhaal, de spullen die je voor de werkvormen gebruikt, de sfeer. Alles moet erop ingericht zijn om kinderen te stimuleren vragen te stellen en antwoorden te geven. Daarbij speelt de eigen verantwoordelijkheid van het kind een belangrijke rol. Alleen zo kan het theologiseren van, voor en met kinderen gestimuleerd worden.

Wat een goede juf of meester is, kun je misschien wel de kernvraag van de kindertheologie noemen. Maar het zou best eens zo kunnen zijn dat voor alle andere elementen meer onderzoek nodig is. Dat kan 'by trial and error' zoals dr. Dana Hanesova liet zien bij haar zoektocht naar hoe je kindertheologie nou eigenlijk doet. Het kan ook door trial, error en good practices te bestuderen. Het zoeken is in elk geval nog niet gereed.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten